Een hooiwagen is geen spin

Hooiwagens. Velen zullen dit tegenspreken maar toch, wat mij betreft zijn het bijzonder mooie en fascinerende dieren waar veel over te leren en te vertellen valt. Het voornaamste weetje is misschien wel dat ze vaak worden verward met spinnen, een diergroep waar ze weliswaar op lijken maar absoluut niet verwant mee zijn. Meer zelfs, genetisch schijnen hooiwagens dichter bij de schorpioenen te staan dan bij de spinnen! Eigenlijk is er slechts één duidelijke overeenkomst en dat is het feit dat ze beiden acht poten hebben. Voor de rest hebben hooiwagens enkele typische kenmerken die ik je graag in dit artikel uitleg.

Op foto 1 zie je een grote trilspin (Pholcus phalangioides). Zoals de naam reeds zegt is dit effectief een spin. Dat weten we zeker omdat het lichaam bestaat uit een kopborststuk en een achterlijf. Je ziet dus twee delen met daartussen een versmalling. Bij een hooiwagen is die insnoering er niet en bestaat het lichaam dus uit één stuk, zonder taille. Dit is het duidelijkste visuele verschil.

Verder hebben alle hooiwagens twee ogen die bovenop het lichaam staan en zijwaarts gericht zijn. De meeste spinnen daarentegen, zien de wereld door acht ogen, al heb je er ook die er slechts zes hebben.

Spinnen kunnen spindraden produceren en hooiwagens niet. Deze laatste zijn alleseters en hebben een belangrijke ecologische functie omdat ze zowel dierlijke als plantaardige levende - en dode materie helpen afbreken.

Een ander belangrijk onderscheid tussen hooiwagens en spinnen is dat deze laatste over gifklieren beschikken en hooiwagens niet. Ze zijn dus totaal ongevaarlijk voor de mens.

Ook interessant om weten is het feit dat, naast de verschillen die er zijn tussen spinnen en hooiwagens, er ook binnen de wereld van de hooiwagens heel wat variatie is tussen de verscheidene soorten. Niet elke hooiwagen voldoet immers aan het gekende profiel van een bolvormig lichaam met daaraan acht lange poten. Nee, er zijn ook soorten met een afgeplat lichaam, alsook soorten met korte poten. Bovendien zijn er ook sterke verschillen in grootte want sommigen zijn zo klein dat ze met het blote oog nauwelijks opvallen.

Ongetwijfeld vraag je jou ook af waar de naam "hooiwagen" vandaan komt? Deze beestjes hebben niets te maken met hooiwagens maar vermoedelijk danken ze hun naam omdat ze voornamelijk en in meerdere mate gezien worden tijdens de hooitijd. Dit komt dan weer omdat de meeste hooiwagens pas in die periode volwassen zijn.

De grote trilspin (Pholcus phalangioides). Let op de insnoering tussen het kopborststuk en het achterlijf - (1) - ©Wim Acke

Hieronder, op foto 2, 3 en 4, zie je respectievelijk een afbeelding van een strekpoot, een draadhooiwagen en een voorjaarshooiwagen. Klik op de foto voor een grotere versie van de afbeelding. Let vooral ook op de typische lichaamsbouw die duidelijk verschilt met die van een spin.

Strekpoot (Dicranopalpus ramosus) - (2) - ©Wim Acke

Draadhooiwagen (Leiobunum rotundum) - (3) - ©Wim Acke

Voorjaarshooiwagen (Rilaena triangularis) - (4) - ©Wim Acke

Mocht jouw interesse gewekt zijn en wil je nog meer te weten komen over de verschillende soorten hooiwagens die er hier zoal voorkomen, verdiep je dan zeker eens in de publicatie "De Nederlandse hooiwagens" van auteur Hay Wijnhoven. Je kan dit zeer interessante werk downloaden via de onderstaande link. (Bron: www.fenf.be)

Denederlandsehooiwagens Pdf
PDF – 8,3 MB

Heb je een vraag of een opmerking over dit artikel? Laat het me hieronder weten!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.